16 mrt 2014

K.I. & N.W. 3









Aan de muur hing een klein houten lijstje, zo'n 20 bij 15 cm, dat een donker, groengrijs stuk beukenbast tegen een witkartonnen achterkant drukte. Er waren letters uit gesneden: K.I. x N.W. Er zat geen glas voor. Bij elke verhuizing -en dat waren er veel sinds het begin van haar studie in N.- had ze het ding weer meegenomen. Vaak hadden bezoekers haar gevraagd waarom die letters daar hingen. Ze snapten de betekenis natuurlijk wel en ze herkenden natuurlijk haar initialen, maar op de vraag wie K.I. dan wel was, gaf Nellie Waldfeucht nooit een duidelijk antwoord. 
'Ik weet het niet.' zei ze dan en: 'Hij bestaat niet meer.'  
Haar ouders vroegen er na een aantal vruchteloze pogingen de waarheid te achterhalen niet meer naar. Haar vriendinnen bleven het van tijd tot tijd proberen. Haar vriendjes -en dat waren er veel sinds het begin van haar studie in N.- kregen meestal maar een keer de gelegenheid het te vragen.

'Ik ga me niet binden. Niet zolang ik hier in N. ben, niet zolang ik studeer.' De eerste vriendin knikte, ze begreep precies wat Nellie bedoelde. Zelf zat ze al een aantal jaren in een relatie zonder veel vooruitzichten. Haar vriend was niet onaardig, maar daarmee was alles dan ook wel over hem gezegd. Vriendin twee was net als Nellie single en had veel one-night-stands, maar zij deed dat in de hoop die ene te ontmoeten. De ridder. Zij was voortdurend teleurgesteld.

Ze hadden elkaar in het eerste jaar in N. leren kennen. Een keer per week aten ze bij een van de drie en dronken de nodige flessen wijn. Bij die gelegenheden werd de vraag regelmatig gesteld. 'Wie is die K.I. nou, Nellie, vertel nou!' 'Was je erg verliefd op hem?' Maar Nellie gaf geen antwoord. Meestal gaf ze letterlijk geen antwoord, ze keek alleen en glimlachte. 
Soms -om Nellie te stangen- begonnen de vriendinnen dan aan speculatieve verhalen. Nellie luisterde daar altijd geamuseerd naar, maar ze deed niet mee, ze luisterde en lachte, maar liet uit niets blijken of een fantasie dicht bij de waarheid kwam of net niet.

'Het is natuurlijk de vent die je heeft ontmaagd, dat kan niet anders, want die blijft je altijd bij natuurlijk,' zei vriendin een, 'en dat was natuurlijk een vent bij jou uit het dorp, bij jou uit de straat waarschijnlijk. Je buurjongen. Die had al een tijd een oogje op je, en jij vond het leuk dat een jongen die zoveel ouder was (een jaar of tien) jou leuk vond. Dus liet je hem binnen, toen hij op een avond onder je raam stond. Jullie zijn stiekem naar je slaapkamertje gegaan en daar hebben jullie het gedaan. Maar hij kwam een andere vrouw tegen, meer van zijn leeftijd en die heeft hem van je afgepakt.'
'Neenee,' zei vriendin twee, 'jullie zagen elkaar voor het eerst op de soos bij jullie in het dorp.Hij kwam uit de stad en hij zag er nogal stoer uit natuurlijk. Heel anders dan die knullen uit U. Hij heeft op je staan inkletsen, en je drank gegeven en na een uurtje nam hij je mee naar buiten. En hij heeft je genomen tegen de muur van de kerk! Dat weet ik zeker!' Ze gierde het uit. 
'Wie zat er het dichtst bij de waarheid?' vroegen de meiden na hun verhaal, maar ook daar gaf Nellie geen antwoord op.

'Weet je wie laatst hier was?' vroeg Nellie dan vaak en dan doelde ze op de jongen waarmee ze    het een of twee dagen eerder gedaan had. 'Vertel!' Dan noemde ze zijn naam en ze beantwoordde de vragen van de meiden naar waarheid en tot in detail. Maar op de vraag 'En nu?' was het antwoord altijd: 'Niks.' 

Toen Nellie haar studie had afgerond, verhuisde ze naar A. Daar deed ze haar werk, consciëntieus, goed, maar zonder passie. De etentjes met haar vriendinnen werden minder (een keer per maand, een keer per half jaar) maar doorstonden de tijd. Haar liefdesleven bleef gevarieerd. Iets blijvends kwam er niet uit voort. Haar vriendinnen vroegen naar haar kinderwens. Zelf hadden ze er nu twee en drie, zonder dat er verder iets wezenlijks aan hun situatie veranderd was. 'Ooit, misschien,' zei ze dan. ' K.I. zeker,' riepen de meiden dan, 'want een vent wil je toch niet.' 

Als ze dan weer alleen was en thuis nam ze het 'schilderijtje', zoals ze het noemde, wel eens van de muur. Dan ging ze aan tafel zitten en zette haar laptop aan. Ze deed dopjes in haar oren en koos meestal Orrori dell'Amore van Nicholas Lens: Was hast du mit meinem Herz getan? 


Dan stelde ze zelf de vragen en beantwoordde ze ook, voor zover ze dat kon. 







1 opmerking: