29 jul 2013

Rue de l'Inquiétude



Rue de l'Inquiétude

Als je iets zoekt, vind je iets anders. Ik zocht de Rue de l’Inquiétude in Namen. Nee, ik zocht haar niet, ik vond haar. Op Google Earth. Ik zocht een McDonalds in Namen. We zouden namelijk een dagtochtje maken, D., J. en ik. We kozen voor Namen omdat we (D. en ik) bij ons vorige bezoek de Citadel maar zeer ten dele hadden bekeken met in ons achterhoofd dat dat ook wel iets voor J. zou zijn. En als J. meegaat, dan moet er ook een McD. bezocht. Dus tikte ik bij Google in: McDonalds Namen. Ze hadden er een. Vlak bij het station. Mooi.

Hoekhuis Rue de l'Inquiétude
Ik keek nog wat verder op het kaartje dat Google me aanbood, ik keek nog eens en zag de naam: Rue de l’Inquiétude. Ik besloot dat mijn doel voor het bezoekje aan de hoofdstad van Wallonië zou worden: een foto maken van het straatnaambordje van de Bezorgdheidstraat, de Kommer-, Angst- of Bangheidstraat. Bij ons vorige bezoek had ik de straat al gezien vanaf een terras vlak bij het station en de bloedrode kleur van het hoekhuis beviel me wel. Maar we zijn er toen niet doorheen gelopen. Maar toen wist ik de naam ook nog niet.

Dat wilde ik nu dus meteen inhalen. Na ons bezoek aan McDonalds sloegen we dus twee keer rechtsaf en we waren er. Jammer genoeg was er geen straatnaambordje te vinden. Een vreemde, smalle straat. Aan de ene kant achterkanten van huizen, o.a. van die McDonalds. De andere kant was ook niet erg verwelkomend. Wel stond er een oud huis met een mooie entree, maar dat had overduidelijk zijn beste tijd gehad. Ook aan het andere eind van de straat was geen straatnaambord te vinden.
Voetstappen in de Rue de l'Inquiétude
En we vonden een plek waar de straat was gerepareerd met beton. In dat beton waren voetafdrukken gemaakt. Vandalisme, dronkenschap of een combinatie daarvan, dacht ik om mezelf gerust te stellen. Dat vond ik nodig, want ik wilde een aangename dag zonder speurtochten.

Dat lukte wonderwel, al werd ik tegen het einde van ons uitje stilletjes maar overtuigend herinnerd aan mijn taak: het zoeken naar en verslag doen van raadsels. In de muur van het theater namelijk vond ik een plaquette die herinnerde aan het Festival Tintin dat in 2009 in Namen georganiseerd was. Het Kuifje-festival. Op de plaquette is een van de plaatjes uit De krab met de gulden scharen in brons uitgevoerd. Het is de scene waarin Kuifje voor het eerst Kapitein Haddock ontmoet. De onversaagde reporter klimt samen met
Kuifje, Bobbie en Haddock
zijn hond Bobbie door een patrijspoort van het drugsschip de Karaboudjan en ziet daar aan tafel de volslagen bezopen kapitein. Haddock weet, dronken als hij is, totaal niets van de andere drugs die op zijn schip aanwezig zijn, verstopt in conservenblikjes krab. Dat is allemaal de schuld van Alan en Rastapopoulos. Nou ja, Kuifje regelt het allemaal en, al wordt hij bij zijn inspanningen meer gestoord dan geholpen door de kapitein, hij blijft tot het eind der tijden met hem bevriend.

Over het uitstapje ga ik hier niet veel meer vertellen. Het was leuk. Aangenaam gezelschap, mooi weer, lekker gegeten: natuurlijk was het leuk. Wat me opviel op zowel de heen- als de terugreis was dat D. vroeg naar Mons. ‘Is dat een leuke stad?’ Ik kon geen antwoord geven op haar vraag, want ik ben er nooit geweest. ‘Gaan we daar een volgende keer naar toe.’ zei D.

Thuisgekomen zag ik de voetstappen in het beton en Kuifje in de muur van het theater op mijn beeldscherm. Ik besloot op zoek te gaan naar de herkomst van de naam van de Rue de l’Inquiétude. Ik vond een site die zo’n beetje begon met de opmerking: ‘Tja,ik weet het ook niet… ‘ Maar ik was al blij dat úberhaupt iemand over die straatnaam geschreven heeft.
Een volgende link bracht me bij een straat met een vergelijkbare naam in een andere plaats. Jawel, in Mons is er een Chemin de l’Inquiétude. Ook hier vond ik niets over de herkomst van de naam, maar de Wikipediapagina waarop ik terecht kwam, was verontrustend genoeg.

Op 24 maart 1997 namelijk werd er in de Chemin de l’Inquiétude een vuilniszak gevonden met lichaamsdelen. Die vondst sloot aardig aan bij andere, eerdere en latere, vondsten. Het ging (en gaat) over waarschijnlijk vijf vrouwen die vermoord en in stukken gesneden zijn. Andere, vergelijkbare vondsten in Mons en omgeving vonden onder andere plaats in de Rue du Dépôt (Dépôt mortuaire = lijkenhuis), in het riviertje Haine (haat), en in de Rue de la Trouille (Straat van de Angst).

Men gaat ervan uit dat er sprake is van een seriemoordenaar: Le Dépeceur de Mons (de Slachter van Bergen). De politie tast eigenlijk nog in het duister. Wel is er iemand veroordeeld die in New York (1990) en in Albanië (2007) vergelijkbare moorden heeft gepleegd. Die man is, als ik het allemaal goed begrijp, nog steeds op vrije voeten. Hij heeft telecommunicatief meegedaan aan het proces in New York en hij is dus schuldig bevonden, maar omdat hij als geboortige Montenegrijn nu ook weer in dat land woont, kan hij niet uitgeleverd worden. Waarschijnlijk heeft hij met de moorden in Mons en omgeving niets te maken, er zijn althans geen aanwijzingen voor gevonden, behalve de vaardigheden met het scalpel.

Kortom, ik weet nog niets over de herkomst van die straatnamen. Ik weet niets over de moorden in Mons. Ik weet wel dat ik over niet al te lange tijd in Mons zal zijn en in die straat. D. gaat mee, voor de stad en omdat ze ook wel houdt van dit soort toevallen. En J. houdt van bloederige verhalen, al ligt hij er wakker van. Dus die gaat ook mee. Als er een McDonalds is.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten